Bel mij

Osteochondritis dissecans

 In de tienerjaren kan er lokaal aan het oppervlak van het sprongbeen (talus) een doorbloedingstoornis optreden met onbekende oorzaak. Vaak wordt dit niet opgemerkt en ontstaan pas veel later klachten. Een afgestorven stukje bot laat dan los, samen met de kraakbeen-bekleding van het gewricht ter plaatse.
Een vergelijkbaar letsel kan ontstaan bij een forse distorsie.

Stellen van de diagnose

De enkel is pijnlijk en gezwollen, klachten die toenemen bij meer belasten. Soms ontstaan slotklachten doordat het afgebroken stukje (“gewrichtsmuis”) tussen de gewrichtsdelen kan komen. De beweeglijkheid van de enkel wordt af en toe geblokkeerd. Het röntgenonderzoek geeft een typisch beeld.

Behandeling

De behandeling is eigenlijk altijd operatief. Via een kijkoperatie wordt het losse kraakbeenstukje verwijderd en de bodem van het kleine defect bewerkt met boorgaatjes of geponste gaatjes, waarmee wordt gestimuleerd dat het ontstane defect zich opvult met littekenweefsel (“reparatiekraakbeen”). Dit gaat het beste als na de ingreep de enkel 6 weken niet wordt belast (dus krukken) maar wel beweegt.
Complicaties worden vrijwel niet gezien, wel is er de kans dat zich na jaren artrose (slijtage) ontwikkelt. Dit is echter geen complicatie van de behandeling maar een gevolg van de aandoening.