- Knie
- Artroscopische chirurgie (kijkoperatie)
- Conservatieve behandeling van knieklachten
- De anatomie van de knie
- Diagnostiek bij knieklachten
- Operatieve behandeling van knieklachten
- Osteotomie (standsbeencorrectie)
- Totale Knie Prothese en Halve Knie Prothese
- Voorste Kruisband Reconstructie
Totale Knie Prothese en Halve Knie Prothese
Indien de niet-operatieve behandelingen van knieklachten onvoldoende uitkomst bieden kan de orthopedisch chirurg samen met u besluiten tot operatief ingrijpen. Het uitvoeren van een operatie bij knieklachten kan bestaan uit gewrichtsparende operaties zoals artroscopische chirurgie (kijkoperatie) of een osteotomie (standsaanpassing) of uit gewrichtsvervangende operaties. Welke ingreep het meest passend is, hangt af van de oorzaak van de knieklachten en soms ook de individuele wensen van de patiënt.
Gewrichtsvervangende operaties
De gewrichtsvervangende operaties bestaan uit de totale en de halve knieprothese.
Knieprotheses
De knieprothese is een veelvuldig gebruikte techniek om (eindstadium) artrose te behandelen. Deze operatie wordt al vele jaren gedaan. Als niet-operatieve behandeling niet het gewenste resultaat heeft komen de totale en de halve knieprothese in beeld. De knieprothese zorgt ervoor dat het pijnlijke en slecht bewegende gewricht weer pijnloos kan bewegen. In de meeste gevallen is de oorzaak van de knieklacht gewrichtsslijtage (artrose).
Bij het plaatsen van een knieprothese worden de versleten gewrichtsvlakken van het dijbeen en het scheenbeen vervangen door een metalen prothese met hiertussen een hard plastic gedeelte.
Totale knieprothese (TKP)
De kunstknie wordt jaarlijks vele malen geplaatst.
De operatie
Tijdens de operatie van het plaatsen van een totale knieprothese wordt de knie aan de voorzijde opengemaakt door een verticale snee over de knie. Met deze snee van ongeveer 20 centimeter wordt toegang verkregen tot het kniegewricht. De orthopedisch chirurg zal de aangetaste gewrichtsvlakken verwijderen en met speciale instrumenten en pasvormen wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Als dit gedaan is zullen de gewrichtshelften vervangen worden door de metalen prothese. De prothese is op een röntgenfoto zichtbaar. In de Eisenhower Kliniek gebruiken we een gecementeerde prothese. Met dit cement worden deze prothesedelen vastgeklemd in het bot. Wanneer het cement is uitgehard zal de tussenschijf van hard plastic worden geplaatst en wordt het kniegewricht weer gesloten. Over het algemeen is het niet noodzakelijk om een knieschijfprothese te plaatsen. Bij ernstige knieschijfslijtage of bij reuma wordt dit wel gedaan.
Nabehandeling
De operatie duurt ongeveer 1 tot 1.5 uur. Een aantal uur na de ingreep mag u het bed uit en zal de fysiotherapeut met u het revalidatieproces starten. De volgende dag kunt u over het algemeen weer naar huis. De revalidatie bestaat voornamelijk uit het buigen en het strekken van de knie samen met spiertraining. De eerste periode zal de knie nog warm en gezwollen zijn door irritatie na het buigen en strekken. Dit duurt ongeveer zes maanden. Bovendien zijn nachtelijke pijnen in de eerste weken na de ingreep veelvoorkomend. De totale revalidatieperiode na een knieprothese plaatsing is een jaar. Na deze periode mag het eindresultaat van de knieprothese verwacht worden. De exacte revalidatietermijn verschilt van patiënt tot patiënt.
Halve knieprothese (HKP)
De halve knieprothese vervangt, zoals de benaming al zegt, niet het gehele kniegewricht maar slechts een deel. Meestal wordt hiermee de binnenzijde (mediale zijde) van het kniegewricht vervangen.
De operatie
Tijdens de operatie van het plaatsen van een halve knieprothese wordt de knie aan de voorzijde opengemaakt door een verticale snee over de knie. Deze snee kan een stuk kleiner zijn dan de snee die nodig is bij een totale knieprothese. Met deze snee wordt toegang verkregen tot de binnenzijde van het kniegewricht. De orthopedisch chirurg zal de aangetaste gewrichtsvlakken aan de binnenzijde van de knie verwijderen en met speciale instrumenten en pasvormen wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Als dit gedaan is zullen de gewrichtshelften vervangen worden door de metalen prothese. De prothesedelen worden vastgeklemd in het bot en zullen ingroeien. Daarna kan de tussenschijf van hard plastic worden geplaatst en wordt het kniegewricht weer gesloten.
Nabehandeling
De nabehandeling van een halve knieprothese is nagenoeg gelijk aan die van een totale knieprothese. Al gaat het wat sneller. De operatie duurt ongeveer 1 tot 1.5 uur. Een aantal uur na de ingreep mag u het bed uit en zal de fysiotherapeut met u het revalidatieproces starten. De volgende dag kunt u over het algemeen weer naar huis. De revalidatie bestaat voornamelijk uit het buigen en het strekken van de knie samen met spiertraining. De eerste periode zal de knie nog warm en gezwollen zijn door irritatie na het buigen en strekken. Dit duurt ongeveer zes maanden. Ook na een halve knieprothese kunnen in de eerste weken na de operatie nachtelijke pijnen optreden. Doorgaans is dit in mindere mate aanwezig in vergelijking met een totale knie prothese. De totale revalidatieperiode na een halve knieprothese plaatsing is een jaar. Alhoewel het proces sneller en vaak minder pijnlijk verloopt duurt de revalidatieperiode dus even lang als een totale knieprothese. Na één jaar is het uiteindelijke resultaat bereikt, hoewel de exacte revalidatietijd kan verschillen per patiënt.
Type protheses
De verschillende type knieprotheses hebben te maken met de manier waarop de prothese wordt bevestigd in het bot; met cement (gecementeerd) of zonder cement en met ingroeimateriaal (ongecementeerd).
Het verschil tussen een gecementeerde prothese en een ongecementeerde prothese is voornamelijk gelegen in de manier van fixatie in het bot. Bij een ongecementeerde prothese is het prothese-oppervlak van een ruw materiaal gemaakt wat het lichaam stimuleert om extra bot aan te maken. Dit extra bot groeit vast in het ruwe oppervlak van de prothese. Hierdoor komt de prothese vast te zitten. Bij een gecementeerde prothese wordt de prothese vastgeklemd op het bot met een speciaal ontwikkeld botcement. Er bestaat geen duidelijk voordeel voor een van deze beide technieken, hoewel de landelijke orthopedische vereniging adviseert om het prothesedeel op het onderbeen altijd met cement te fixeren. De voorkeur en ervaring van de orthopedisch chirurg bepalen de gebruikte techniek. Daarnaast bestaan er verschillende fabrikanten die allemaal net een iets ander ontwerp van de prothese hebben ontwikkeld. Ongeacht welk type prothese geplaatst wordt, zijn 9 van de 10 patiënten na minimaal 10 jaar nog tevreden met hun knieprothese. Er bestaat een (inter)nationale lijst van bewezen goede prothesen. Bij de Eisenhower Kliniek gebruiken we de NexGen Knee en de Oxford Partial Knee van Zimmer Biomet als totale knieprothese en halve knieprothese.
Complicatie risico’s
Elke operatie heeft risico’s, zo ook het plaatsen van een knieprothese. Hoewel deze complicaties slechts in enkele gevallen voorkomen is het wel van belang hier van op de hoogte te zijn.
Belangrijke operatierisico’s zijn wondgenezingsstoornissen, zenuwletsel, infectie en een trombosebeen. Ook kan er sprake zijn van positieveranderingen van de componenten van de knieprothese of kunnen op langere termijn de protheseonderdelen loslaten waardoor er een revisieoperatie verricht zal moeten worden.