Bel mij

Osteotomie (standsbeencorrectie)

Indien de niet-operatieve behandelingen van knieklachten onvoldoende uitkomst bieden kan de orthopedisch chirurg samen met u besluiten tot operatief ingrijpen. Het uitvoeren van een operatie bij knieklachten kan bestaan uit gewrichtsparende operaties zoals artroscopische chirurgie (kijkoperatie) of een osteotomie (standsaanpassing) of uit gewrichtsvervangende operaties. Welke ingreep het meest passend is, hangt af van de oorzaak van de knieklachten en soms ook de individuele wensen van de patiënt.

Gewrichtsparende operaties

De gewrichtsparende operaties bestaan voornamelijk uit de kijkoperatie van de knie of een osteotomie.

Osteotomie (standsbeencorrectie)

Indien er sprake is van kraakbeenslijtage / artrose in één specifiek deel van het kniegewricht, binnen- of buitenzijde, kan een osteotomie van het dij- of scheenbeen een mogelijke behandeloptie zijn.

Als de slijtage zich aan één kant van de knie bevindt kan hiermee de belastingsas worden veranderd door middel van een standsbeencorrectie. Zo kan er van een O-been een X-been gemaakt worden. Doordat met deze osteotomie de stand wordt aangepast wordt de druk op het gewrichtsvlak verminderd. Hiermee wordt het versleten kraakbeen en het aangedane gewrichtsvlak zelf niet behandeld. Voorafgaand aan de ingreep wordt door middel van speciale röntgenfoto’s de belastingsas van de knie bepaald en wordt er aan de hand van de gemeten hoek de mate van correctie bepaald.

Operatie

Er bestaan verschillende technieken voor het uitvoeren van een osteotomie.

Bij de open wig-techniek wordt een zaagsnede in het scheenbeen of het dijbeen gemaakt en worden de botvlakken uit elkaar bewogen totdat de voorafgaand berekende correctiehoek bereikt is. In deze aangepaste stand wordt het bot weer vastgezet met een plaat en schroeven. De ruimte welke hiermee gemaakt wordt in het bot, kan worden opgevuld met bot maar dit is niet noodzakelijk.

Bij een gesloten wig-techniek wordt een van tevoren berekende botwig uit het scheenbeen of het bovenbeen verwijderd waarna de bothelften weer op elkaar aansluiten. In deze aangepaste stand wordt het bot dan weer vastgezet met een plaat en schroeven. Ook zal een stuk van het kuitbeen moeten worden doorgezaagd als er een osteotomie van het scheenbeen wordt verricht.

De locatie van de osteotomie is afhankelijk van de anatomie en de aard van de afwijking. Meestal zal de osteotomie onder de knie in het scheenbeen worden gemaakt.

Nabehandeling

Een osteotomie operatie duurt ongeveer 1 uur.

De eerste periode na de operatie mag u het geopereerde been niet volledig belasten. Daarom zal u deze de eerste zes weken met krukken moeten belasten. De genezing van de botvlakken duurt ongeveer 6 tot 12 maanden. Deze genezing wordt met röntgenfoto’s in beeld gebracht. Soms ervaren patiënten klachten van de plaat en schroeven. Deze kunnen na 12 maanden verwijderd worden.

Resultaat

Een standscorrectie door middel van een osteotomie lost het slijtage/artrose probleem niet op. Het is voornamelijk bedoeld om het plaatsen van een knieprothese zo lang mogelijk uit te stellen. Over het algemeen wordt een knieprothese hiermee met 5-10 jaar uitgesteld.

Complicatie risico’s

De kans op een complicatie is klein. Om de kans op de relatief veel voorkomende complicaties (infectie en een trombosebeen) te verminderen wordt rondom de operatie antibiotica gegeven en zal de patiënt tijdens de eerste weken na de operatie antistolling medicatie moeten gebruiken.